Hierbij een voorbeeld van het scheur en plakwerk dat in de weektaak van 12 en 13 mei staat.

Gebruik deze praatplaat om een gesprek te hebben over de boerderij.

Stel daarbij vragen. U kunt denken aan de volgende vragen:

- Wat zie je op het plaatje?

- Wat doen de mensen op de plaat?

- Welke dieren en dingen zie je?

- Zijn de dieren jong of oud? groot of klein?

- Hoeveel ... zijn het? Tellen maar. (bijv. mensen, koeien, hokken, enz.)

- Is het warm of koud daar?

Laat uw kind vooral veel vertellen!

De ballon en de mandarijn

Een mandarijn is een vrucht met een schil. Pel hem en je kunt de partjes opeten. Makkelijk en nog gezond ook. Hoe goed kan een ballon tegen een mandarijn?

Wat heb je nodig?

• Ballon

• Mandarijn

• 10 minuten

Stappen:

1.      Blaas de ballon op

2.      Knoop de ballon dicht

3.      Pel de mandarijn (haal de schil eraf)

   Vraag 1: Wat denk je dat er gebeurt als het sap van de schil op de ballon komt?

4.      Vouw een stukje schil dubbel (zie foto hierboven)

5.      Knijp in de schil zodat het sap op de ballon komt

   Vraag 2: Wat is er gebeurd?

   Vraag 3: Hoe denk je dat dit komt?

Hieronder staan de antwoorden op de vragen:

Antwoord op vraag 1: Alle antwoorden zijn goed als je hebt opgeschreven wat je dacht dat er zou gebeuren.

Antwoord op vraag 2: De ballon ging stuk en je hoorde een knal.

Antwoord op vraag 3: Alle antwoorden zijn goed, als je hebt opgeschreven hoe je denkt dat het komt.

Uitleg:

Een ballon is gemaakt van rubber. Het rubber kan niet tegen het sap uit de schil van een mandarijn. Als dit sap op een opgeblazen ballon komt, dan gaat de ballon stuk. De lucht uit de ballon botst met de lucht eromheen en daardoor hoor je een knal.

Wat heb je nodig?

• ballon
• leeg frisdrankblikje mét lipje
• glad oppervlak (tafel)
• droog, schoon haar

Wat gebeurt er?

Het blikje gaat rollen. Door te wrijven met de ballon over je haren, heb je de ballon elektrisch geladen. Als een voorwerp elektrisch geladen is, kan het andere voorwerpen aantrekken. Net zoals een magneet dat doet. De geladen ballon trekt het blikje naar zich toe. Het blikje rolt daardoor over tafel.

Kun jij je mond, kin, oren, hals, pols, voet, knie, hiel aanwijzen?

Wist je dat je ook kan meten met je voeten? Of met je handen of bijvoorbeeld met een schoenveter?
Ik ben benieuwd hoe groot of klein jouw balkon of tuin is.

Hoeveel stappen is je tuin of balkon lang? En hoeveel stappen is het breed? Of kun je meten hoeveel stappen er tussen de voordeur en jouw kamer zitten?
Is jouw tuin of balkon groter dan jouw slaapkamer? En de wc? Wat is het grootst? Hoeveel keer moet je je handen neerleggen om je bed van je kussen tot je voeteneind te komen? En hoeveel handen is de tafel lang? En hoeveel schoenveters lang?

Veel plezier met meten!

Cijfers oefenen tot 10

Vormen oefenen.

Maak met de kinderen een varken en tien biggetjes. Zet op de biggetjes de cijfers 1 – 10. Daarna kun je er verschillende spelletjes mee doen: op de goede volgorde leggen, welk cijfer ontbreekt, leg biggetje 5 maar neer naast biggetje 7, etc.

Hierbij ideetjes hoe je thuis het spel blikken gooien kan spelen. Je kan ook wc-rollen of plastic bekers gebruiken in plaats van blikken. En een paar sokken oprollen en instoppen is ook een soort bal!

Bij het thema 'Gezondheid'hoort natuurlijk ook een gezond recept om thuis te maken. Hier is het recept voor een lekker en gezond bananenbrood. Eet smakelijk!

Dit heb je nodig:

- 50 gram ongezouten boter

- 3 bananen

- 2 middelgrote eieren

- 170 gram fijne havermout

- 1 theelepel gemalen kaneel

- 100 gram kristalsuiker

1. Verwarm de oven voor op 180 °C. Smelt de boter in een hittebestendig kommetje in de magnetron. Prak de bananen fijn. Voeg een voor een de eieren toe en roer met een garde erdoor. Voeg de gesmolten boter, 150 g fijne havermout (per bananenbrood), kaneel, suiker en een snufje zout toe en roer goed door tot een homogeen beslag.
2. Verdeel het beslag over het cakeblik en verdeel de rest van de havermout over het beslag. Bak het bananenbrood in 45 min. in het midden van de voorverwarmde oven gaar. Laat het brood minimaal 1 uur afkoelen.

Voor deze opdracht heb je nodig:
- Dobbelstenen
- Stoepkrijt

Neem eens een dobbelsteen mee naar buiten. Schrijf met stoepkrijt cijfers verspreid op de grond. Gooi met de dobbelsteen en ren dan zo snel mogelijk naar dat cijfer toe. Wil je het moeilijker maken? Gebruik dan twee dobbelstenen! (Denk er wel aan dat je het getal 1 dan niet opschrijft, want dat kan natuurlijk niet met twee dobbelstenen).
Als het regent kan dit natuurlijk ook gewoon binnen. Pak dan een blaadje en schrijf daar alle cijfers op. Als je hebt gegooid met de dobbelsteen, wijs je het cijfer zo snel mogelijk aan.